Biografie Samuel Hahnemann

Samuel Hahnemann heeft als grondlegger van de homeopathie een grote invloed gehad op de manier waarop homeopathie tegenwoordig wordt uitgeoefend. Dit artikel gaat in op een aantal interessante aspecten uit zijn leven, zoals zijn kritische houding, zijn aandacht voor leefgewoonten en uiteraard zijn ontdekking van de homeopathische principes. 

De jeugd van Samuel Hahnemann

Samuel Hahnemann werd geboren op 10 april 1755 in de Duitse porseleinstad Meissen in Saksen. Hij was de oudste zoon van vader Christian Gottfried Hahnemann en moeder Johanna Christiana Hahnemann. Het was een arm gezin, onder andere doordat de porseleinfabriek, waar zijn vader werkte als porseleinschilder, werd verwoest tijdens een oorlog. Zijn vader had daardoor moeite het gezin te onderhouden en van Samuel werd verwacht dat hij meehielp om de financiële problemen te verlichten.

Al vroeg werd duidelijk dat Hahnemann aanleg had voor studie. Omdat er weinig geld was om hem naar school te sturen, kreeg hij in zijn vroege jeugd les van zijn zijn vader en moeder. Bekend is dat zijn vader regelmatig ingewikkelde denkopdrachten gaf aan Samuel. Die opdrachten moest hij dan zelf proberen op te lossen. Zo stimuleerde zijn vader hem om het gebruik van logica en inzicht te ontwikkelen.

Het geboortehuis van Hahnemann in Meissen

Illustratief voor zijn grote behoefte aan studie is ook een ander verhaal over zijn vroege jeugd. Zijn vader wilde voorkomen dat de jongen zich te eenzijdig bezighield met lezen en studeren, maar die behoefte was blijkbaar niet te onderdrukken. Hij verstopte zich ’s nachts regelmatig met zijn boeken in de uithoeken van het huis. Om voldoende licht te hebben, heeft hij toen zelf een lamp van klei gemaakt, omdat hij bang was ontdekt te worden als hij een lamp van zijn vader zou gebruiken.

Bijzonder talent voor talen op twaalfjarige leeftijd

Vanaf het moment dat Hahnemann de mogelijkheid kreeg om naar school te gaan, bleek al snel dat hij een uitzonderlijk talent voor talen had. Op twaalfjarige leeftijd hielp hij zijn leraar om Grieks te onderwijzen aan andere studenten. Terugkijkend op deze periode schreef Hahnemann later in een brief:

“Op mijn twaalfde jaar gaf de leraar me toestemming om anderen de eerste beginselen van de Griekse taal bij te brengen. Hij luisterde ook vriendelijk naar mijn uiteenzettingen over de oude schrijvers tijdens de privélessen die ik aan zijn pensiongasten gaf, en hij gaf vaak de voorkeur aan mijn mening boven de zijne.”

Dit is op zijn minst opmerkelijk te noemen voor iemand van twaalf jaar, en het illustreert de bijzondere capaciteiten waar hij al op jonge leeftijd over beschikte.

Hahnemanns opleiding tot arts

In de jaren daarna kreeg Hahnemann de kans om zich aan de plaatselijke school verder te verdiepen in met name wiskunde en geometrie. Ook botanie had zijn interesse. In 1775 vertrok hij naar Leipzig om daar aan de universiteit geneeskunde te studeren. Om in zijn levensonderhoud te voorzien, gaf hij Duitse en Franse les aan een rijke jongeman en deed hij vertaalwerk in opdracht van verschillende uitgeverijen.

Begin 1777 ging hij naar Wenen om meer ervaring op te doen in de geneeskunde. De kosten hiervan waren echter zo hoog dat hij al na negen maanden door financiële problemen gedwongen werd om zijn studie op te geven. Blijkbaar had hij al wel indruk gemaakt op een arts van het koninklijk hof. Die regelde dat Hahnemann aan de slag kon als familiearts en bibliothecaris voor de gefortuneerde gouverneur van Hermannstadt, nu Sibiu in Roemenië.

Hahnemann verbleef daar achttien maanden, onder andere om de collectie oude boeken en manuscripten van de gouverneur te catalogiseren. Dit betrof één van de mooiste collecties in Europa van teksten over alchemie, scheikunde en andere onderwerpen. Gedurende deze tijd had hij de gelegenheid om verschillende talen te leren en kennis op te doen van andere wetenschappen.

In de lente van 1779 keerde hij terug naar Duitsland om aan de universiteit van Erlangen, vlakbij Neurenberg, zijn doctorsgraad in de geneeskunde te halen. Op 10 augustus van dat jaar ontving hij zijn diploma.

Hahnemanns eerste jaren als arts

De eerste jaren na zijn afstuderen werkte hij als arts in verschillende dorpen en steden, maar kort na zijn huwelijk in 1782 raakte hij steeds meer ontgoocheld door de resultaten van de toenmalige behandelingen. Patiënten werden behandeld met aderlaten, blaren trekken, plaatsen van bloedzuigers en kuren met kwik, lood en arsenicum. Tegenwoordig worden deze toepassingen beschouwd als schadelijk. Hahnemann realiseerde zich het schadelijke effect, en hij besloot zijn praktijk en de bijbehorende inkomsten op te geven. Aan een vriend schreef hij hierover:

“Het was voor mij een kwelling om altijd in het duister te tasten als ik zieken moest genezen en volgens de één of andere hypothese over de ziekte middelen moest voorschrijven die hun plaats in de Materia Medica te danken hadden aan een willekeurige beslissing… Kort na mijn huwelijk zag ik af van de uitoefening van de geneeskunde zodat ik niet langer het risico zou lopen om schade te berokkenen en hield me alleen nog bezig met scheikundige en met literaire zaken”. 

Vertaalwerk en scheikunde als bron van inkomsten

Hij wendde zich weer tot vertaalwerk om te voorzien in het levensonderhoud van zijn groeiende gezin van uiteindelijk elf kinderen. Dit gaf net voldoende inkomen om rond te komen. Hahnemann vertaalde werken uit het Engels, Frans, Spaans en Italiaans, maar ook uit het Latijn, Grieks en Arabisch. Zijn taalvaardigheid was verbazingwekkend. Kenmerkend voor Hahnemann is dat hij bij zijn vertalingen uitgesproken kritisch was. Hij voegde uitgebreide aanvullingen, correcties en kritiek toe aan zijn vertalingen.

Door het vertaalwerk en door zelfstudie verdiepte hij zich in deze jaren verder in de scheikunde. Hij verwierf als scheikundige bekendheid met een artikel over manieren om een arsenicumvergiftiging vast te kunnen stellen (1786). In de jaren dat Hahnemann zich intensief bezighield met scheikunde, werd door scheikundigen gezocht naar een kwikpreparaat dat een milder effect had dan het algemeen gebruikte preparaat. Hahnemann slaagde erin een preparaat te maken dat de gewenste eigenschappen bezat. Deze oplossing staat nog steeds bekend onder de naam Mercurius solubilis Hahnemanni. Hij werd hiermee een gerespecteerd scheikundige. In 1791 werd hij opgenomen als lid van de Academie voor Wetenschap in Mainz op grond van zijn wetenschappelijke onderzoek op het gebied van de scheikunde.

Hahnemanns interesse voor gezondheid

Naast de scheikunde hield Hahnemann interesse in gezondheid en geneeskunde. In 1792 en 1795 publiceerde hij in twee delen een werk genaamd ‘Freund der Gesundheit’ (Vriend van de gezondheid). Daarin benadrukte hij het belang van frisse lucht, bedrust, goede voeding, sanitaire voorzieningen, openbare hygiëne en preventie van beroepsrisico’s. Deze adviezen waren zeer ongebruikelijk in zijn tijd, en in dat opzicht was Hahnemann zijn tijd ver vooruit. Het belang van gezonde leefgewoontes zal ook in zijn latere werken over gezondheid en homeopathie een rode draad blijven vormen.

Interessant is ook Hahnemanns visie op mentale ziekten. In zijn tijd werden patiënten met een geestesziekte meestal opgesloten in instellingen die veel weg hadden van een gevangenis. Er werd niet gewerkt aan herstel en patiënten werden regelmatig geslagen of vastgebonden. Hahnemann kreeg in 1792 de kans om een patiënt met een geestesziekte volgens zijn eigen inzichten te behandelen. Hij had maar één patiënt, de auteur Klockenbring uit Hannover, die leed aan een ernstige manie. De patiënt genas in zeven maanden door een behandeling die was gebaseerd op een menselijke benadering in plaats van dwang.

Ontdekking van het principe van de homeopathie

Ondanks het succes van deze behandeling richtte Hahnemann zich op andere zaken. Het vertalen van boeken bleef zijn hoofdinkomen. Van doorslaggevende invloed voor de ontwikkeling van de homeopathie is zijn vertaling van een boek over de toen bekende geneesmiddelen, geschreven door professor Cullen van de London University (A Treatise of the Materia Medica, Volume 2). In 1790 vertaalde hij het hoofdstuk over kina of kinabast. Dit was een bekend medicijn dat werd voorgeschreven bij terugkerende koortsen, zoals malaria.

Cullen beschreef dat kina zijn werking ontleende aan de bittere smaak en tonische eigenschappen van het middel, maar Hahnemann was niet overtuigd van Cullens verklaring. Het toont de onderzoekende geest van Hahnemann dat hij besloot om zelf te kijken wat er zou gebeuren als hij kinine nam. Nadat hij dit middel enkele malen had ingenomen, merkte hij tot zijn verbazing dat hij koortsverschijnselen kreeg die leken op de karakteristieke koorts van malaria:

“Ik nam bij wijze van experiment tweemaal per dag vier drachmes kinabast. Eerst werden mijn voeten, vingertoppen, enz, koud; ik werd slap en suf; vervolgens begon mijn hart snel te kloppen en werd mijn pols snel en zwak; onverdraaglijke angst, beven, een gevoel van uitputting in alle ledematen; vervolgens kloppingen in mijn hoofd, rode wangen, dorst en, kortweg, alle symptomen die normaal kenmerkend zijn voor wisselkoorts (malaria) maakten hun opwachting, het ene na het andere … Deze aanval duurde elke keer twee of drie uur en keerde terug als ik deze dosis herhaalde, anders niet; ik hield ermee op en was goed gezond.”

In een voetnoot concludeerde Hahnemann dat de werking van kinine mogelijk berust op het oproepen van malaria-achtige koortsverschijnselen. Hij vroeg zich af of er een verband aanwezig was: zou een medicijn dat bij een gezond persoon bepaalde verschijnselen veroorzaakte, die ziekteverschijnselen kunnen genezen bij een ziek persoon?

Hij begon met het verzamelen van vergiftigingsverschijnselen die in de literatuur werden beschreven. Zo ontdekte hij dat kwikvergiftigingen grote overeenkomsten vertoonden met geslachtsziekten waarvoor vaak kwik werd voorgeschreven. Hetzelfde bleek van toepassing te zijn op de relatie tussen een vergiftiging met belladonnabessen en roodvonkachtige uitslag. Door deze vondsten raakte hij steeds meer overtuigd van de relatie tussen de symptomen die een stof teweegbrengt bij een gezond persoon en de symptomen die deze stof kan genezen.

Verdere uitwerking van het homeopathische principe

Met gezinsleden, studenten en vrienden begon Hahnemann andere middelen uit te testen. Hij noteerde nauwkeurig de ziekteverschijnselen die zich na inname van een middel ontwikkelden bij gezonde personen. Via deze geneesmiddelproeven werd de geneeskrachtige werking van verschillende stoffen beschreven. Om zijn theorie verder te testen, gaf hij patiënten met bepaalde ziekteverschijnselen het middel dat bij een gezond persoon precies die verschijnselen oproept. Het bleek dat patiënten hierdoor van lichamelijke, emotionele en mentale aandoeningen genazen.

Veel van de gebruikte middelen waren in hun natuurlijke vorm echter giftig. Om de giftige bijwerking te verminderen, verdunde Hahnemann daarom de middelen. Tegelijk met het verdunnen werd het middel krachtig geschud. Hahnemann ontdekte dat hierdoor niet alleen de giftige bijwerking van het middel verdween, maar dat ook de geneeskrachtige werking toenam. Op basis van zijn waarnemingen en proeven kwam Hahnemann tot de conclusie dat de geneeskracht van een middel versterkt kon worden door een proces van verdunnen en schudden, en dat het middel hierdoor een werking kreeg die niet op basis van de chemische samenstelling was te verklaren. Hij noemde dit proces ‘dynamiseren’ of ‘potentiëren’: het schudden en verdunnen zorgt er blijkbaar voor dat de werking van het middel wordt vrijgemaakt en overgaat in het oplosmiddel, zoals water of alcohol.

In 1796 voelde Hahnemann zich zeker genoeg om in een medisch tijdschrift zijn ontdekking te publiceren. Hahnemann somt in dit artikel een groot aantal door hem geteste middelen op.  Na 1796 concentreerde Hahnemann zich volledig op het verder uitwerken en onderbouwen van zijn ontdekking dat het gelijke kan genezen met het gelijksoortige. De geneeswijze die gebruik maakt van dit principe kreeg de naam ‘homeopathie’. Deze naam is ontleend aan het Griekse woord ‘homoeos’, dat ‘gelijksoortig’ betekent en ‘pathos’, dat ‘lijden’ betekent.

Homeopathische behandeling van patiënten

Na jaren van onderzoek ging Hahnemann de geneeskunde weer uitoefenen, maar nu volgens de regels van de homeopathie. Tijdens een roodvonk uitbraak in 1800 behandelde hij verschillende patiënten succesvol met Belladonna. Door deze successen nam de interesse in zijn behandelmethode steeds meer toe. In 1810, op 55-jarige leeftijd, publiceert hij in het Duitse stadje Torgau zijn eerste editie van het boek ‘Organon van de rationele kunst van het genezen‘. De titel geeft aan dat het gaat om een systeem van principes, gebaseerd op rationeel en logisch denken en observeren. In het Organon staan de basisregels van de homeopathie beschreven. Gedurende zijn leven schaafde hij het Organon steeds verder bij en uiteindelijk kwamen er 6 edities van het Organon, waarvan de laatste pas in 1921 werd gepubliceerd. 

De reactie op de publicatie in 1810 was verdeeld. Er was kritiek omdat deze nieuw geïntroduceerde geneeskunde fundamenteel tegenover de geneeskunde van die tijd stond, maar er was ook belangstelling vanuit artsen en patiënten die net als Hahnemann ontevreden waren over de toenmalige geneeskunde.

In 1812 verhuisde Hahnemann naar Leipzig met het idee om daar mensen te behandelen volgens de homeopathische methode en om les te geven aan de universiteit. Hij behandelde daar onder andere 180 patiënten tijdens een tyfus uitbraak in 1813, waarvan slechts twee oudere patiënten stierven. Bij de reguliere behandeling stierven op dat moment 30% van de patiënten. Deze successen stimuleerden de positieve aandacht voor de nieuwe behandelmethode.

Conflict tussen Hahnemann en apothekers

Tegelijkertijd maakte Hahnemann zich niet populair doordat zijn colleges vaak bestonden uit lange en cynische aanvallen op de methoden van de toenmalige geneeskunde. Eén van zijn trouwe studenten, Franz Hartmann, schreef over de colleges:

“Helaas waren de lezingen niet geschikt om vrienden en medestanders te winnen voor zijn theorieën of hemzelf. Waar mogelijk stortte hij een stroom van kritiek uit tegen de oudere geneeskunde, met als gevolg dat zijn publiek elk uur kleiner werd en uiteindelijk nog maar uit een paar van zijn studenten bestond… Alle anderen waren niet aanwezig voor het onderwerp, maar om de opmerkelijke manier van presenteren te horen.”

Zijn biograaf Haehl zegt hierover dat Hahnemanns hele denken geconcentreerd was op één onderwerp – de verbetering van de geneeskunst – en dat het hem ontbrak aan het geduld en tact om mensen geleidelijk te overtuigen van zijn ideeën. Hierdoor verminderde zijn publiek aanzienlijk en bleef er slechts een kleine groep gemotiveerde studenten en vrienden over. Samen met deze groep werden nieuwe geneesmiddelproeven uitgevoerd waardoor de kennis over de homeopathische werking van middelen steeds groter werd.

In 1819 kwam het tot een openlijk conflict tussen Hahnemann en de apothekers en academische artsen in Leipzig. De apothekers zagen hun inkomsten bedreigd worden door de productie van homeopathische geneesmiddelen door Hahnemann. Hun aanvallen resulteerden in een rechterlijke uitspraak die het voor Hahnemann vrijwel onmogelijk maakte om in Leipzig zijn praktijk te blijven uitoefenen.

Hahnemanns observaties met betrekking tot chronische ziekten

Inmiddels 66 jaar oud vertrekt Hahnemann in 1821 naar Köthen. De vorst van het zelfstandige vorstendom Anhalt-Köthen gebruikte homeopathische middelen van Hahnemann en gaf hem toestemming zelf zijn geneesmiddelen te bereiden en zijn praktijk te blijven uitoefenen. Dit gaf Hahnemann de rust om verder te werken aan het aanscherpen van de principes van de homeopathische behandeling.

In deze jaren publiceerde Hahnemann zijn laatste bekende werk, ‘Chronische ziekten’. Hahnemann zag in zijn praktijk patiënten weliswaar opknappen na een goed gekozen homeopathisch geneesmiddel, maar sommige van hen bleken snel terug te vallen. Op basis van zijn observaties en onderzoek kwam hij tot de conclusie dat de oorzaak lag in een eerdere onderdrukking van ziekteverschijnselen zoals huiduitslag of geslachtsziekten. In het boek ‘Chronische ziekten’ wordt beschreven op welke manier deze diepere verstoringen via de homeopathie opgelost kunnen worden.

Verspreiding van de homeopathie in Europa en de VS

Inmiddels werd homeopathie op meerdere plekken in Europa bedreven. Rond 1831 was de homeopathische behandeling van een cholera-uitbraak opmerkelijk succesvol. Bij de reguliere behandeling stierven 40-80% van de patiënten, ten opzichte van 5-10% van de homeopathisch behandelde patiënten. Vergelijkbare resultaten werden in die jaren geboekt bij uitbraken van andere ziektes. Deze successen waren een doorslaggevende factor voor de verspreiding van homeopathie, niet alleen in Europa maar ook in de Verenigde Staten.

Een gevolg van het succes was dat steeds meer reguliere artsen overstapten op homeopathie, of homeopathie combineerden met de traditionele aanpak. Dit resulteerde in een toenemend aantal conflicten over wat homeopathie was en hoe het uitgeoefend moest worden. Hahnemann hechtte er belang aan dat de homeopathie werd uitgeoefend volgens de basisprincipes die hij in het Organon had beschreven. In publicaties en brieven was hij soms bijzonder fel als hier vanaf geweken werd. In 1832 schreef Hahnemann bijvoorbeeld een brief in het dagelijks nieuwsblad van Leipzig met de titel ‘Een woord aan de semi-homeopaten van Leipzig’. Dit leest als een zware aanklacht tegen wat hij zag als valse doctrines. Hij schrijft onder andere:

“Als er valse doctrines worden onderwezen onder de eervolle naam homeopathie, of als patiënten anders worden behandeld dan door pure homeopathie, dan kunt u erop vertrouwen dat ik mijn stem luid en duidelijk zal verheffen.”

Opmerkelijk is dat Hahnemann zelf wel bleef experimenteren en soms afweek van wat hij in het Organon had beschreven, bijvoorbeeld door patiënten alleen aan een middel te laten ruiken, of door meerdere middelen tegelijk voor te schrijven. Dit waren weliswaar uitzonderingen, en op veel van deze experimenten kwam hij later terug, maar helaas heeft het door de jaren heen aanleiding gegeven tot verwarring en discussie binnen de homeopathie.

Hahnemanns laatste jaren

Na de dood van zijn eerste vrouw in 1830 werd Hahnemann verzorgd door twee van zijn dochters. Vier jaar later ontmoette hij een Franse vrouw die geïnteresseerd was geraakt in de homeopathie. Ze was veel jonger dan Hahnemann en tot verbazing van vrienden en familie trouwde hij met haar en verhuisde hij naar Parijs. Daar had hij tot zijn dood in 1843 een drukbezochte homeopathische praktijk. Op 88-jarige leeftijd overleed Hahnemann. Hij ligt begraven op de begraafplaats Cimetière du Père-Lachaise.

Hahnemanns werk beschouwend zegt de Schotse homeopaat Dudgeon in zijn biografie over Hahnemann (1851) het volgende:

“We kunnen ons een idee vormen van Hahnemanns enorme ijver als we bedenken dat hij ongeveer negentig verschillende homeopathische middelen heeft onderzocht en uitgebreid beschreven, meer dan zeventig originele werken over scheikunde en geneeskunde schreef, waarvan sommige uit verschillende dikke delen bestonden, ongeveer vierentwintig werken vertaalde uit het Engels, Frans, Italiaans en Latijn over scheikunde, landbouw en algemene literatuur waarvan vele uit meer dan één deel bestonden.

Daarnaast vervulde hij de taken van een zeer grote praktijk, corresponderend en adviserend, en degenen die de zorg en tijd kennen die hij aan elke casus besteedde, de nauwkeurigheid waarmee hij elk symptoom registreerde en de zorgvuldigheid waarmee hij het passende homeopathische middel zocht, kan zich een idee vormen van wat een enorm werk zo’n grote praktijk moet zijn geweest. Als ik eraan toevoeg dat hij een volleerd klassiek geleerde was, en dat hij meer dan oppervlakkig bekend was met botanie, astronomie, meteorologie en geografie, kunnen we niet anders dan erkennen dat zijn ijver en arbeidsvermogen grensden aan het wonderbaarlijke.”

Het graf van Hahnemann op de begraafplaats Cimetière du Père-Lachaise

Auteur: Daan Alers

Dit artikel is geschreven vanuit het perspectief van de oorspronkelijke uitgangspunten van de homeopathie. De Nederlandse Organisatie van Klassiek Homeopaten (NOKH) stimuleert het uitoefenen van de klassieke homeopathie volgens deze oorspronkelijke uitgangspunten. Meer informatie over de beroepsvereniging is te vinden op www.nokh.nl.

Bronnen